
In 1990 werkte ik als Luchtmacht-officier bij de Directie Materieel Koninklijke Landmacht. Onze afdeling werkte voor de gehele krijgsmacht en regelde de geneeskundige materieelvoorziening. Het was een turbulente tijd. De Berlijnse Muur was gevallen, het rommelde in het Oosten en het was voor iedereen duidelijk dat de wereld zoals wij die gekend hadden op had gehouden te bestaan. Als militair was je voorbereid op gevaar uit het Oosten, “de Russen”. Die hadden echter de handdoek in de ring gegooid. Ze waren niet gekomen en ze zouden ook niet meer komen.
Tot 2 augustus 1990.
Ik was die dag gewoon weer naar mijn werk gegaan en zat met mijn collega’s aan de koffie. Een andere collega kwam binnen om ons te vertellen dat Irak Koeweit binnengevallen was.
Op de radio speelde op dat moment “Losing my religion” van R.E.M.

Op dat specifieke moment betekende dat niets bijzonders voor me – later bleek dat anders geworden te zijn. Na die dag hebben we met man en macht gewerkt om Nederlandse onderdanen in het Midden Oosten te ondersteunen, de Nederlandse pers uit te rusten om het hoofd te bieden aan chemische dreigingen en tal van andere belanghebbenden voorzien van wat nodig was om in het Midden Oosten onder omstandigheden van chemische oorlogvoering het vege lijf te kunnen redden.
We hadden in die tijd net CNN – we konden de crisis en later de hele korte oorlog op de televisie volgen. Velen herinneren zich de groengekleurde beelden van de luchtafweer boven Bagdad met het commentaar van Peter Arnet. De persconferenties van Generaal Schwarzkopf met de beelden van ontploffende bruggen en bommen op belangrijke doelen. De dikke rookwolken boven Koeweit van de brandende oliebronnen, die de wereld er uit lieten zien als de hel. De beelden van krijgsgevangen Amerikaanse en Engelse vliegers die onder dwang uitspraken deden.
Sindsdien is de wereld écht veranderd.
Iedere keer als ik “Losing my religion” hoor denk ik terug aan die tijd, en aan de lange weg die de Nederlandse krijgsmacht sindsdien heeft afgelegd om écht expeditionair te worden. Aan de missies waaraan mijn collega’s en ik sindsdien hebben deelgenomen, aan het vele goede dat we hebben kunnen doen, maar ook aan de diepe ellende die we hebben gezien. “Losing my religion” blijft voor mij altijd verbonden met de periode waarin de bekende wereld ophield te bestaan, en een nieuwe, gevaarlijkere maar ook uitdagendere wereld het licht zag.