Volgens Coetzee was er eerst muziek en volgde pas daarna de gesproken tekst. Muziek is voor mij veel meer dan geluid en ritme, het is gevoel. Het gevoel dat ik zocht bij het schrijven van mijn tweede boek vond ik steevast in de muziek. Uit de nummers die ik gebruikte tijdens het schrijven van mijn tweede boek, maakte ik een playlist: RAUW!
(de oorspronkelijke titel)
Zes van deze achttien nummers zullen, in willekeurige volgorde, de komende tijd in feuilleton vorm worden gepubliceerd op Your Song. Bij elk nummer heb ik natuurlijk een deel van de bijbehorende passage uit mijn roman toegevoegd. Dit is deel 5.
‘In den kasernen’
Al enige tijd nam Vik niet meer de moeite om de porno uit de geschiedenis te wissen, waardoor hij niet echt moeite hoefde te doen om het te vinden. Hij keek nog maar één filmpje, altijd dezelfde pornoster; hij wilde trouw zijn, niet meer vreemdgaan en dus koos hij altijd dezelfde. Kon masturberen eigenlijk wel als vreemdgaan gezien worden? Zo ja, kon hij dat zichzelf dan kwalijk nemen? Als je alleen was dan masturbeerde je, dat waren de regels en regels moest je nu eenmaal nageleefd te worden. Met een T'shirt dat hij naast zijn bed vond, veegde hij zijn buik schoon. Daarna stapte hij onder de douche. Het warme water dat door zijn haren stroomde liet hem ontspannen, waardoor zijn erectie weer enigszins aanzwol alvorens helemaal te verdwijnen. Vik pakte het scheermes dat in het zeepbakje lag en begon zijn benen te scheren, ook zijn okselhaar en het kleine plukje borsthaar dat hij had scheerde hij af. Toen hij klaar was, stapte hij onder de douche vandaan en liep zonder zich af te drogen de kamer in. Het water liet op de sombere systeemvloerbedekking een nauwelijks zichtbaar spoor achter. Uit zijn plunjezak die op de kast lag trok hij een legergroene ruwe handdoek en wreef zich droog.
‘Ik houd niet van zwarte olijven. Niet om de smaak, maar ze geven me het gevoel dat ik op testikels ga zitten te kauwen.’ Zonder van zijn bord op te kijken had Larie met zijn vork de zwarte olijven uit zijn salade gevist en ze naar de rand van zijn bord gerold. Vik had er niet op gelet, maar nu Larie het tegen hem had gezegd keek hij toe hoe de olijven op de rechterbovenrand van het bord belandden. Zes telde hij er. ‘Ik geef ze ook nooit weg, als ik iemand anders erop zie kauwen wordt het alleen maar erger,’ Larie zat voorover gebogen, zijn linkerarm lag languit op de tafel, alsof hij wilde voorkomen dat Vik de olijven van zijn bord zou pakken. ‘Heb je weleens groene olijven geprobeerd?’ wilde Vik weten. Larie schudde zijn hoofd. ‘Kijk je weleens naar Vinger aan de pols?’ ‘Keek, bedoel je, dat programma bestaat toch al jaren niet meer.’ ‘Gisteren heb ik het nog gekeken,’ Larie legde zijn vork neer en drukte met zijn duim het schijfje citroen in het flesje Sol bier en nam een slok. Verbaasd keek Vik op. ‘O, wie presenteert het nu dan?’ ‘Geen idee, maar dat doet er toch ook niet toe?’ Larie had gelijk, het deed er inderdaad niet toe. Hij kaartte het alleen aan omdat het ontspannen gespreksstof bood, om zo de vraag hoe het in de kliniek was en hoe het nu met hem ging zolang mogelijk uit te kunnen stellen. Vik keek Larie aan, om aan te geven dat hij verder moest gaan. ‘Als ik die medische programma’s zit te kijken krijg ik op de een of andere manier altijd jeuk op die plek waar ze aan het opereren zijn: mijn knie, mijn buik, arm, oog of wat dan ook. Van zwarte olijven krijg ik ook op diezelfde manier een soort van kramp aan mijn ballen.’ ‘En dat krijg je dus ook als je ziet dat iemand anders ze eet?’
Vik was met Larie gaan eten om te weten hoe het met hem ging, of hij zich inderdaad beter voelde nu ze hem beter hadden verklaard, maar hij had nog geen goed moment of ingang gevonden om erover te beginnen. Hoe begin je ook over een onderwerp waar je het eigenlijk liever niet over wilt hebben? Hij zag er goed uit, een paar kilo lichter, en met een blik in zijn ogen van een kwajongen die op het punt stond om kattenkwaad uit te halen. Misschien was het zo wel beter. De ontspannen manier waarop olijven werden vergeleken met testikels gaf tenslotte toch ook aan dat je in weer in staat bent om te relativeren, om de humor van dingen in te zien. ‘Ken je het boek Zwemmen met droog haar?’ Larie schudde zijn hoofd. ‘Nee, hoezo?’ ‘Ik moest er aan denken door wat je zojuist over die olijven zei, maar ook door de symbolische betekenis van het boek, dat gaat over hoe ver je moet gaan om je medemens te helpen, of we dingen voor ze doen uit liefde of uit medelijden. Het gaat over de soms misschien wel te grote verschillen tussen twee culturen, maar ook over hoe plotselinge revoluties veel hoop geven, maar daadwerkelijke verandering vaak uitblijft. Een beetje zoals in Afghanistan, dat de mensen eerst blij en later teleurgesteld waren toen de Russen waren verdreven. Dat ze opnieuw hoop hadden toen de Taliban was verdreven, maar nu weten ze dat ook de komst van een democratie weinig verandering heeft gebracht.’
‘Ik snap even niet wat het verband is met de kramp die ik krijg als ik olijven eet of mensen olijven zie eten,’ antwoordde Larie, terwijl hij verbaasd lachte. ‘De komt door de eerste zin van het boek,’ vervolgde Vik, ‘het was zoiets als: “Hij kon er niet tegen om vrouwen bananen te zien eten en zij at er minstens twintig op een dag.” Ik vraag me af of je ook pijn aan je lul krijgt als iemand zijn tanden in het topje van een banaan zet. Of is dat afhankelijk van of een man of een vrouw erin bijt?’ ‘Bij vrouwen vind ik het ronduit geil, mannen moeten er met hun tengels van af blijven,’ weifelend keek hij Vik aan, ‘voor de rest praat je in raadsels. Bedoel je te zeggen dat we voor niets naar Afghanistan zijn gegaan?’
Larie krabde aan de nieuwe tribal tatoeage op zijn arm. ‘Misschien.’ In de stilte die er viel staarde Vik naar zijn bord. ‘Daar maak ik me niet druk over,’ Larie veegde zijn mond af aan het servet, ‘We zijn er geweest, we hebben gedaan wat we konden, wat er van ons verwacht werd en het is goed zo.’ Vik zag hoe Larie zijn ogen samenkneep tot een indringende en serieuze blik, ‘Toch?’
Vik liet zich onderuitzakken in zijn stoel, keek om richting de bediening en stak twee vingers de lucht in. Zwijgend liet hij de laatste slok over de bodem van zijn flesje liet ronddraaien. Hij dacht na, hoopte dat Larie zelf de stiltes in zou vullen zoals mensen wel vaker doen als een antwoord te lang op zich laat wachten. ‘Ik begrijp de vraag wel, dat we voor niets naar Afghanistan zijn gegaan, ik ben het ook wel met je eens, we waren op de goede weg maar toen trokken we zomaar de stekker eruit. Nu de Taliban weet dat we het niet meer kunnen betalen, dat ook Amerika over een paar jaar de stekker eruit zal trekken hebben ze eigenlijk gewonnen, en hebben we alles voor niks gedaan. Omdat wij er dan weg zijn, zijn ook de camera’s weg, en dus hoeft niemand te vertellen dat er mensen voor niets gesneuveld of gewond zijn geraakt. Over een paar jaar zijn de meeste mensen het vergeten en hebben ze het liever niet dat wij het erover hebben. Zo gaat dat nu eenmaal met veteranen.’
Laries telefoon trilde op de houten tafel. Met zijn rechterhand kantelde hij het schermpje om het te kunnen lezen. ‘Goed nieuws,’ lachte hij. Op de hoek van de straat hoorde Vik hoe een brommer in zijn vrij een aantal keren flink gas gaf. Hij stond op en zette de flesjes in de hoek van de badkamer tegen de andere aan. Tien flesjes, twee voor elke dag die hij ondertussen hier zat.