United Nations Military Observers team Zivinice – Sector NE – Bosna i Hercegovina.
8 Oktober 1995. Zoals elke zondag begint deze zondag ook in het low-ops ritme. Verzamelen in bureau van UNMO team TZ. Wie gaan de auto’s wassen en aftanken? Wie gaan socializen tijdens de zondagbrunch van A-Coy DutchBat in Simin Han? Wie blijft op bureau?
Ivar is goudeerlijk en de liefste Noor die ik ken. Nu ken ik er maar één, dus dat maakt ‘t makkelijk. Hij is de pater familias van het team. Hij stelt ook voor om na het onderhoud van de wagens op Blue Factory terug te gaan naar het team in Zivinice. “Doen we nog een bak koffie met z’n allen. Haal ik Danish pastry bij NorBat.”
Als we Zivinice inrijden kunnen we gelijk achter ambulances en politieauto’s aan die met gillende sirenes op weg zijn naar een nieuwbouwwijk. Daar is paniek, blinde paniek. Als we uitstappen worden we gelijk meegenomen. De wijk in, waar veel vluchtelingen uit Zepa, Gorazde en Srebrenica wonen. De wijk is getroffen door 2 Orkan 87’s. Raketten met 200+ bomblets voorzien van een holle lading.
Snel blijkt dat alle doden en gewonden al zijn afgevoerd. Dave vloekt hardop als hij hoort dat bij de 11 doden liefst 6 kinderen zijn. Later geeft hij toe dat hij, ondanks plaatsingen in Noord-Ierland en andere “hot-spots” nog steeds niet om kan gaan met het nieuws van dode kinderen. Als we alle verklaringen hebben opgenomen gaan we terug naar het team. De eerste bijzonderheden zijn over de radio doorgegeven; ook naar UNMO HQ op nabijgelegen Tuzla Air Base. In het team maken we een gedetailleerd rapport.
Als dat klaar is gaan we terug. Laten zien dat de VN er is; dat we niet alleen patrouilleren in witte voertuigen, maar ook écht aanwezig zijn. En ook dan gaat het door. We horen in de verte doffe klappen; binnen seconden fluitend geluid. Iedereen duikt op de grond. “Dus zo klinken artillerie granaten”, gaat het door me heen. Op dat moment stelt de opmerking “als je ze hoort is het niet erg, gaan ze niet op jou af” me iets gerust. De Bosnische Serven die dan nog Mount Vis in handen hebben, vuren een vijftal granaten op deze wijk af. Het karwei van de ochtend was nog niet af.
Twee dagen later is er op Tuzla Airbase een farewell party van een aantal UNMO’s. Twee Ierse UNMO’s hebben de muziek in handen genomen. Na een paar knalharde rocknummers, is het even stil. Een nieuw nummer begint; ik ben direct terug in de wijk. En krijg ik het beeld dat ik op zondag nog weg kon drukken, niet meer uit mijn hoofd. Het lukt me nog om Zombie uit te luisteren. Daarna loop ik met de tranen in m’n ogen de bar uit. De gelijkenis met de mannen en vrouwen in de wijk valt me niet eens op.